De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath}

Reageren...

Re: Vierderde graads vergelijking vervolg

Kunt u mij uitleggen hoe ik kan oplossen:
"Laat zien dat:

z = ((Ö5 - 1)/4) + ((i/4)·Ö(10 + 2·Ö5))
een vijfdemachts eenheidswortel is: z5 = 1 "
Els

Antwoord

Zonder nadenken: bereken gewoon de vijfdemacht van z met Newtons binomiumformule:
(a+b)^5=a^5+5a^4b+10a^3b^2+10a^2b^3+5ab^4+b^5
en kijk of er 1 uitkomt.

Met nadenken:
z=re^(iq)=r(cos(q)+isin(q))
z5=r5e^(5iq)=r5(cos(5q)+isin(5q))=1 als r5=1 (dus r=1) EN 5q=2kp, want de cosinus daarvan is 1 en de sinus is 0.
(kijk eventueel op de goniometrische cirkel om je hiervan te overtuigen)

Je weet nu dat cos(q)=(Ö5-1)/4 en sin(q)=1/4*Ö(10+2Ö5)

Bereken dan ook cos(5q) en sin(5q), kijk of je 1 resp. 0 uitkomt. Nu wil het toeval (nuja ;-) ) dat één van de andere vragen van vandaag gaat over sin(5q) voorstellen als polynoom in sinq en cosq dus dat komt hier handig van pas.

Nu denk ik wel dat de eerste methode de snelste zal zijn.

Of nog sneller, met iets als Maple

z:=(sqrt(5)-1)/4+I/4*sqrt(10+2*sqrt(5)):
simplify(z^5-1);

............................... 0

Maar dat zou valsspelen zijn natuurlijk

Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!

Reactie:

Klik eerst in het tekstvlak voordat je deze knopjes en tekens gebruikt.
Pas op: onderstaande knopjes en speciale karakters werken niet bij ALLE browsers!


áâæàåãäßçéêèëíîìïñóôòøõöúûùüýÿ½¼¾£®©




$\mathbf{N}$ $\mathbf{Z}$ $\mathbf{Q}$ $\mathbf{R}$ $\mathbf{C}$
Categorie: Vergelijkingen
Ik ben:
Naam:
Emailadres:
Datum:19-5-2024